Woensdag 11 augustus,
Na even rijden vinden we de kloof Kolugil. Hierin bevinden zich twee watervallen vlak na elkaar. De bovenste is beduidend mooier dan de onderste.
Borgarvirki is een raar gevormde steenformatie welke doet denken aan een fort. Het zou eigenlijk net zo goed een schaapskooi geweest kunnnen zijn. Er zijn ooit twee hokken ingemaakt van steen, en de ommuring is handmatig afgemaakt. Langs de kust ontdekken we een zeehondenkolonie. Voorzichtig naderen we ze tot op ongeveer 50 meter. Het is hier een waar paradijs voor zeehonden, meeuwen, sternen en nog enkele vogelsoorten. Na een uurtje spieden blijkt het dat ook wij bespied worden. Enkele nieuwsgierige zeehonden houden ons vanaf ongeveer 25 meter uit het water in de gaten. Zodra wij in hun richting kijken duiken ze snel onder. Dit herhaalt zich vele malen. Het fluiten van een deuntje maakt hen nog nieuwsgieriger, en ze durven iets dichter bij te komen. Het maken van een onverwachte beweging doet hun telkens met zijn achten tegelijkertijd onderduiken. Maar ze komen steeds weer terug. We vervolgen onze weg naar Hindisvik. Dit is een oude verlate boerderij die licht in de gelijknamige baai. Ook hier bevindt zich een zeehondenkolonie, zei het dat je er hier niet zo dicht bij kunt komen. Wel zijn ze net zo nieuwsgierig als hun collega’s. Als laatste van deze dag gaan we naar de Hvitsserkur. Deze in zee staande rotsformatie lijkt op een dinosaurus. Onderweg gaan we naar Dæly waar we willen overnachten zien we een van de mooiste zonsondergangen ooit. In de verte lijkt een soort noorderlicht te schijnen.
P.S. Als het goed was was er vandaag een zonsverduistering. Hier in IJsland hebben we daar niets van gemerkt.
Donderdag 12 augustus,
Na de overnachting in Dæly bij Hvammstangi zijn we de Westfjorden en tevens slecht weer ingedoken. Hier zijn ongeveer de ergste wegen die je je maar kunt voorstellen. Een gemiddelde snelheid van 40 is dan al een hele prestatie. We rijden dan ook de hele dag en komen doodmoe aan in Brjánslækur.
Vrijdag 13 augustus,
Een hele mooie waterval, de Fjallfoss oftewel Dynjandi. Aan de top is deze waterval 30 meter breed, waarna hij uitwaaiert naar 50 meter. Zeker de moeite waard om te bezoeken als je in de buurt bent. De weg er naar toe is ook schitterend.
Vanaf de waterval gaan we naar Bjargtangar. Dit is het meest westelijke punt van IJsland. Het stikt hier van de papegaaiduikers, of op zijn IJslands Lundi. Ze zijn wel heel tam, en je kunt ze dus ook tot op een halve meter naderen. En het is een ontzettend komisch gezicht als ze duiken of wandelen. De rit er naar toe is met ons huurautootje een belevenis op zich. Regelmatig worden wij meelijwekkend bekeken door bestuurders van grote 4×4’s. Onderweg stoppen we nog een keer bij IJslands oudste metalen boot. Deze stamt uit 1912. Te oordelen naar de staat van de boot is er sindsdien aan onderhoud ook niets meer gedaan.
Zaterdag 14 augustus,
Vandaag hebben we de oversteek gemaakt van Brjanslækur naar Stykkishólmur. Het was zeer bewolkt, maar helder zodat je toch en prachtig uitzicht had. We zijn nadat we een en ander aan etenswaren hadden ingeslagen verder gereden naar Hellisandur waar we gaan overnachten. Maar eerst zijn we gaan kijken hoe de golven op de kust beukten met windkracht 7 of 8. Het was ook behoorlijk koud.
We zitten nu bij de Snæfelsjökul. Dit is de gletsjer die Jules Verne de inspiratie voor zij boek “Reis naar het middelpunt der aarde” gaf. De gletsjer hangt echter zo zwaar in de wolken dat je er niets van ziet. De rest van het landschap van dit schiereiland is trouwens ontzettend mooi. Dit is wat mij betreft een van IJslands mooiste stukjes natuur. (Niet te verwarren met spectaculairste).
Zondag 15 augustus,
We zijn vanmorgen weer verder gegaan met ons vogelverhaal. Hier aan de kust zijn de meeste redelijk dicht te benaderen. We hebben verschillende leuke strandjes bezocht waaronder Grindvik met enkele mooie rotsformaties. Even hebben we gepoogd de Snæfelsjökul te bezoeken, maar onze Hyundai Atos en de harde koude wind hebben ons van deze poging weerhouden.
We hebben toen bij Budir een kerkje bezocht, en zijn vervolgens doorgereden naar Eldborg. Een krater die lijkt op een krater uit de boekjes.
Maandag 16 augustus,
Vandaag hebben we eigenlijk de laatste echte activiteit in IJsland gedaan. Vanaf nu is het alleen nog wat regelen, inpakken en naar huis vliegen.
We gaan dus wel eerst nog even naar de Glymurwaterval. De 2 uur durende wandelroute is al mooi. Je moet af en toe echt klimmen en door kleine watervalletjes lopen, zoeken waar het pad is gebleven en geen last hebben van hoogtevrees. Regelmatig kom je langs paadjes die vlak langs een 100 meter diepe kloof voeren. Als je dan bij de waterval staat en je ziet deze 200 meter naar beneden storten weet je waarvoor je de wandeling hebt gemaakt. Al met al een tocht om niet te missen. Ook het kijken naar het voeren van de jonge meeuwen door de oudere is leuk.
We zijn trouwens weer terug in Reykjavik.
Dinsdag 17 augustus,
21:00 uur. Nog een paar minuten en we gaan slapen. Morgen moeten we om 4 uur opstaan om op tijd op het vliegveld te zijn.
21 dagen 3600 kilometer 19 verschillende slaapplaatsen later en veel indrukken rijker. IJsland is een fantastich mooi land waar ik zeker nog een keer naar terug ga. Wellicht volgend jaar al. We hebben nu de binnenlanden nog niet gezien, dus er is voor ons nog genoeg te ontdekken.