Zondag 5 augustus,
Na een rumoerige nacht op de camping (er viel kennelijk iets te vieren) zijn we aangereden over wegnummer 52 welke later overgaat in de F550 oftewel de Kaldidalur. Na een paar uurtjes komen we dan ook aan bij de Hraunfossar. De weg is uitstekend te rijden, en zou zelfs met een gewone auto nog wel te doen zijn. De Hraunfossa stroomt vanonder een lavaveld over een lengte van ongeveer een kilometer de Hvita in. Dit geeft op plaatsen wel leuke watervallen.Na het wonder te hebben aanschouwd rijden we een stukje terug naar de F570. Deze rijden we enkele kilometers in. Volgens de boekjes is dit een alleen voor 4×4 toegangelijke weg, we komen alleen wel veel gewone personen wagens tegen. Bij een parkeerplekje zetten we de auto neer. Er staan bordjes richting Surtshellir en Íshellir. Dit zijn twee lavagrotten in het lavaveld Hallmundarhraun. De ingang ligt voor Beidde ongeveer 300 meter vanaf deze parkeerplaats. Ook hier komen we Jurgen, Mayke, Friso en Laurens weer tegen. We wandelen eerst naar Surtshellir, en vinden al snel een weg die ons de lavagrot in voert.
Het is hier aarde donker, maar omdat een gedeelte van het plaffond is ingestort zie je het licht van de open ruimte, en kun je toch een heel stuk de grot in lopen. In het tweede gedeelte van de grot is het werkelijk aardedonker. Een IJslander welke net uit de grot komt ziet ons zonder zaklantaarns staan, en bied ons een tour aan door een gedeelte van de tunnel. We lopen een stukje met hem mee. Hij geeft onderweg een en ander aan uitleg. Een stuk van het plafond schijnt dit jaar naar beneden te zijn gekomen na een aardbeving van 7 op de Richterschaal. Na een tijdje lopen we terug door het donker van deze lavagrot, en gaan naar de Íshellir. Hier moeten enkele druipsteenformaties van ijs zich bevinden. De ingang is ook hier weer snel gevonden. De ingang loopt steil naar beneden, en op de bodem ligt ijs. Door het invallende licht kunnen we een 10 á 15 meter de grot in lopen, maar dan is het zo donker dat je geen hand voor ogen meer ziet. Bovendien is het erg glad hier. Op de grond staan inderdaad enkele ijsdruipsteen formaties. Maar als we het echt goed willen zien zullen we nog een keer terug moeten komen met zaklampen, en iets om de voeten meer grip op het gladde ijs te geven. Op goed geluk maak ik enkele flits foto´s in de grot.
Maandag 6 augustus,
Vandaag gaan we een behoorlijk stuk rijden. We moeten dinsdag voor 10:00 uur de auto inleveren bij Eimskip voor transport terug naar Rotterdam. Via de wegen 516 en later wegnummer 50 komen we terug op de ringweg. We rijden richting Reykjavik, vervolgens richting Kevlavik en slaan af richting Blue Lagoon. Even voorbij de Blue Lagoon nemen we de weg richting Reykjanes, het meest zuidwestelijke puntje van dit schiereiland. We lopen een tijdje langs de kust die voornamelijk zwart is, maar wordt opgesierd door veel kleuren wier en algen. In de verte zien we het 77 meter hoge eilandjeEldey welk ongeveer 14 kilometer uit de kust ligt. We lopen nog even de klif op waar vroeger een vuurtoren gestaan heeft, en rijden terug naar de Blue Lagoon. De weg ligt bezaait met sternen welke liggen te zonnen. Pas op het laatste moment vliegen ze op. Zo te zien vliegen ze ook wel eens te laat op. Terug op de doorgaande weg (43) slaan we nog even af naar Grindavik voor het tanken, en het wassen van de auto. En dan even lekker ontspannen in de Blue Lagoon. Na een uurtje zijn we weer ontspannen genoeg. We rijden een stukje terug richting wegnummer 41, maar slaan even van te voren af, om te overnachten bij een klein meertje.