Dinsdag 31 juli,

Het doel van vandaag, een wandeling van Fjallsárlón naar het Breiðarlon. We rijden een kilometertje of 8 9 terug langs de ringweg en slaan rechts een zijweggetje in. Na een 400 meter volgen we de weg naar links, om al snel rechts van ons het Fjallsárlón te zien liggen. Het meer is niet zo spectaculair als het Jökulsárlón, maar het heeft een prachtige gletsjer. We willen wat dichter bij de gletsjer komen, maar de brug die ons de rivier over moet brengen bestaat alleen nog maar uit de pijlers. We draaien hier dus maar om en lopen richting Breiðarlon. De weg erheen is vrij saai, en aangekomen bij het meer blijkt ook dit niet echt fantastisch te zijn. Het meer is gigantisch groot, dus er omheen lopen heeft weinig zin, en in het meer ligt welgeteld 1 ijsberg. We lopen dus maar terug, en rijden ook weer terug naar het Jökulsárlón. En nu gaan we het echt doen. Dreki, Jaki en Klaki liggen al klaar. Dreki, Jaki en Klaki zijn de namen van de drie amfibie voertuigen waarmee de rondvaarten over het meer gemaakt worden. Met een 20 tal andere bezoekers aan boord kan het avontuur beginnen. We rijden het water in, en varen dicht langs de ijsbergen af welke vanaf hier nog een stuk groter lijken. We krijgen natuurlijk het hele verhaal te horen waarom het ijs blauw is, hoe oud het is, en we krijgen te horen dat het meer welk nog een stuk tot onder de gletsjer ligt nog een stuk dieper is dan de 130 meter welke tot nu toe werd aangenomen.Het diepste punt ligt ergens op 200 meter. Een glashelder stuk ijs wordt uit het water gevist, in stukken geslagen en als versnapering aangeboden aan de passagiers. Het ijs is van een goed jaar, en smelt heerlijk in onze monden weg. Na een half uurtje zijn we terug bij het startpunt en mogen we per persoon 1500 kronen (tussen de ƒ 37,50 en ƒ 40,00 gulden afrekenen).We gaan nog even de andere kant van het meer langs nu richting het westen. Het is werkelijk heel mooi, maar het mooiste gedeelte van het meer ligt toch aan de oostkant. Op de terugweg wordt de bewolking snel erg dicht. De zonsondergang is dan vele malen minder mooi dan die van gisteren.

Woensdag 1 augustus,

Eigenlijk was het de bedoeling van hieruit verder te rijden naar Kverkfjöll, maar we moeten 7 augustus de auto inleveren bij Eimskip. Kverkfjöll is nog minimaal 2 dagen rijden, 2 dagen wandelen, en nog 2 dagen terug rijden tot hier en dan nog naar Reykjavik. We besluiten dus, om richting Thórsmörk te gaan. We kunnen dan in ieder geval alles rustig aan doen. Kverkfjöll zal dus moeten wachten tot volgend jaar.
De eerste stop op de terugweg is de Svínafellsjökull. Een gletsjertong van de Vatnajökull. Volgens onze gegevens zouden hier bergkristallen te vinden moeten zijn. We parkeren onze auto langs de ringweg, en volgen een pad richting de Svínafellsjökull. Als we bij de voet van de Svínafellsjökull aankomen zien we dat we eigenlijk een andere weg hadden moeten nemen waarmee we dan tevens de 3 kilometer lopen hadden kunnen besparen. Aan de voet van de gletsjer is gewoon een parkeerplaats waar we makkelijk naar toe hadden kunnen rijden. Op de gletsjer wordt druk geoefend door ijsklimmers. Duidelijk is te herkennen welke mensen de instructeurs en welke de leerlingen zijn. Voor ons is het wandelen langs de steile wanden ook niet makkelijk vanwege de losliggende stenen. Wel vinden we het een en ander aan bergkristal. Ze zitten bijna allemaal in de vele grotere stenen welke we uiteraard niet kapot gaan slaan om stukjes mee te kunnen nemen.
Als we weer verder rijden met de auto zien we een kilometertje of 2 verderop een aanwijsbord bord welke keurig de richting van de gletsjertong aangeeft. Bij Vík aangekomen vullen we bij de plaatselijke supermarkt nog even onze voorraden weer aan, en rijden verder. Het volgend doel is de Reynisdrangar. Even voorbij Vík op een bergpas slaan we links af wegnummer 215 in. Deze lijdt bijna tot aan het strand. Hier parkeren we de camper, en wandelen het strand op. Vanaf hier zien we maar 2 pilaren van de Reynisdrangar. De andere ligt schuin achter de voorste pilaar. Op het pekzwarte strand in de rotswand is een grot (Hálsanefshellir) omgeven en gevormd in mooie basaltformaties. Deze grot is een 10 tot 15 meter diep. We overnachten hier vlak bij het strand.