Zondag 9 juni
De lange rit van Wells Gray Parc naar Jasper onderbreken we af en toe voor het vinden van een geocache. De eerste pauze houden we bij een oude Studebaker. Ik wist eerst ook niet wat het moest voorstellen, maar het blijkt om een oude auto te gaan. Auto is misschien het verkeerde woord. Het is niet meer dan een berg schroot die nog de contouren van een auto vormt. Maar dit verval is wel mooi verval. Als we een tijdje staan te zoeken naar de verstop plaats van de cache stopt een auto met daarin de manager van de camping waarop de Studebaker staat en de neef van de eigenaar. Hij weet nog te vertellen dat de auto uit 1928 stamt en dat zijn oom de eigenaar was. Als een volleerd model poseert de neef even later trots voor de auto.
Wij rijden weer verder en houden halt bij een waterval. Hier heeft de afdeling ‘bouw een hek’ extra zijn best gedaan. Met mijn lengte van 182 cm kan ik net over de bovenste balk kijken. Een hekje ter beveiliging oké, maar iets lager was ook voldoende geweest.
We zijn dan ook alweer snel onderweg en stoppen nog een keer bij een cache die verstopt is rondom een oude Ford vrachtwagen. Leuk gevonden. Vroeg in de avond rijden we Jasper binnen.
De zoektocht naar een camping brengt ons naar de Snaring camping aan de gelijknamige rivier. We vinden een plekje midden in de bossen.
Maandag 10 juni
Doordat we gisteren een tijdzone overgestoken zijn komen we vandaag volgens de klok wat laat op gang. Het is 11:00 uur als we van de camping wegrijden. De rit gaat naar de Maligne Canyon. Vanaf een brug kijken we in de 51 meter diepe en slechts enkele meters brede kloof. Het water moet zich af en toe door slechts een meter brede openingen persen en vormt daar mooie stroomversnellingen en watervallen.
De natuur is hier werkelijk spectaculair, maar door de plaatsing over de volle lengte van de kloof van een hekwerk en de vele waarschuwingsbordjes beleef je de kloof alsof je op een zondag langs de wildwaterbaan van de Efteling wandelt. Het ‘wilderness’ gevoel is hier vakkundig de nek omgedraaid. Erg jammer. Slechts een klein stuk van de route is niet voorzien van een hek. Hier gaan we dicht tegen de waterkant zitten en genieten we van het voorbijrazende water.
Waar de kloof overgaat in een rivier vertakt het pad zich en wordt de ‘wilderness’ beleving weer enigszins hersteld. Hoewel het water hier een stuk minder spectaculaire capriolen uithaalt heb je hier wel weer het idee in de echte natuur te lopen en kijk ik dan ook regelmatig over mijn schouder of er niet toevallig een beer of een Eland een stukje met ons meeloopt.
Na afloop van de wandeling rijden we nog even naar het plaatsje Jasper. Boodschappen doen, een verloren lensdop vervangen en gewoon even iets anders om ons heen als watervallen en met mos beklede bomen.
We rijden terug naar Snaring camping voor een tweede overnachting op deze mooie plek.
Dinsdag 11 juni
We staan weer op de camping bij Snaring River. We hadden vandaag heel veel plannen, maar die zijn een beetje in het water gevallen. Het weer was fantastisch. Dat wil zeggen de lucht was blauw met hier en daar een donzige witte wolk. De temperatuur was zonder meer aangenaam. Vanuit Jasper namen we de Jasper Tramway naar de top van Mount Whistler. Nou ja, niet helemaal naar de top, maar de eerste 2200 meter hoogte hadden we dan alvast in onze zak. Als haringen in een vaatje staan we in de gondel met daarin het maximum aan passagiers zijnde 24. Het maximale gewicht dat de gondel mag vervoeren is 2400 kilogram. Een snelle blik om me heen leert me dat gezien de omvang van de mede passagiers we daar niet ver vanaf kunnen zitten. Langs de kabel glijden we in een rap tempo naar boven. Hoewel ik niet echt last heb van hoogtevrees ben ik toch opgelucht als we boven bij het eindstation mogen uitstappen. Vanaf de 2200 meter mogten we zelf nog ongeveer 250 meter klimmen en daar 1,5 kilometer over doen. De steile klim en de iets ijlere lucht maken het een ware beproeving. Regelmatig moeten we even op adem komen om vervolgens aan de volgende etappe naar boven te beginnen.
De temperatuur is boven trouwens een stuk minder aangenaam. Vooral als de wind even aanwakkerd voelt het als of je bezig bent aan een winterwandeling. Terwijl beneden de zon zorgt voor T-shirt weer is het boven toch echt dikke jassen weer. In tegenstelling tot vele andere hebben wij daar wel rekening mee gehouden en voldoende warme kleding bij ons.
Soms voelde ik me wel een watje. Terwijl wij door de sneeuw liepen met daarvoor geschikt schoeisel en dito kleding deden de echte binken en binkinnetjes dat gewoon met korte broek T-shirt en gimpen. Hulde voor zoveel doorzettingsvermogen.
Het is moeilijk afscheid nemen van zo’n mooi uitzicht waardoor we veel te lang boven zijn gebleven en er van de dag weinig overbleef zodat dit ons enige echte wapenfeit van de dag genoemd mag worden.
Morgen een nieuwe dag met nieuwe uitzichten.
Woensdag 12 juni
Wolken hangen zwaar over de bergen, dalen langs de steile zijde naar het dal. Een sombere bewolkingsdag lijkt voor ons te liggen. We zijn onderweg naar de Valley of the 5 lakes. Als we een hert langs de kant van de weg zien grazen en er aan de overkant een mogelijkheid is om de camper te parkeren is de beslissing snel genomen. Even later sta ik met mijn sterkste telelens van afstand als een volleerd paparazzi het dier vanuit de struiken te fotograferen. Zolang hij mij niet als storend ervaart probeer ik dichter bij te komen. Blijkbaar vind hij mij absoluut niet interessant en kan ik binnen een paar minuten op ongeveer 20 meter afstand plaats nemen en op mijn gemak foto’s maken. Ik ben het fotograferen eerder beu dan hij mij en terwijl ik langzaam terugloop naar de camper graast het hert rustig door.
Als we aankomen bij de ‘Valley of the 5 lakes’ is het zachtjes gaan regenen. Tijd voor koffie dus. Zodra het bijna droog is beginnen we aan de wandeling. Hoewel de bossen prachtig zijn kan ik niet echt geïnspireerd raken om te fotograferen. De meren hebben een mooie turquoise kleur maar door het sombere weer lukt het me niet om een boeiende foto van deze watermassa te schieten.
Op ‘jacht’ naar eekhoorntjes en/of een leuk vogeltje hang ik de camera met 500mm lens om mijn nek. Bij elkaar een kleine 2,5 kilogram wat natuurlijk alles behalve prettig loopt. Maar de eerste de beste eekhoorn die ons pad kruist wordt nu wel het slachtoffer van mijn drang om te fotograferen. Het beestje is snel, maar dit keer ben ik sneller. Zodra hij doorheeft dat er geen ontsnapping mogelijk is, en dat ik geen gevaar voor hem ben laat hij zich gewillig van alle kanten fotograferen.
Het grootste van de 5 meren is meteen ook het meest fotogenieke. Het scheelt misschien ook wel dat de zon ondertussen is gaan schijnen. Hierdoor komt de turquoise kleur mooier uit.
Vanaf de meren is het niet zo heel ver naar de Athabasca Falls. Een serie watervallen die hoewel ze maar 23 meter hoog zijn een diepe kloof en potholes hebben uitgesleten in het gesteente waarover de waterval zich naar beneden stort. Het mooiste stuk van de waterval is bij de laatste trap vlak bij het punt waar het water weer enigszins gekalmeerd door de rivier verder stroomt. Als omlijsting van deze rivier is aan de ene zijde een goudgele want en aan de andere zijde een dicht bos.
Zich niets aantrekkend van ons staat hier een klein hert rustig te grazen. Het dier lijkt geheel op zijn gemak ondanks onze aanwezigheid. Voor ons een unieke ervaring die je in ons eigen kikkerlandje niet veel meemaakt.
Van enkele mensen krijgen we de tip dat een stukje verderop een aantal berggeiten zich hebben laten zien. Als wij aankomen op de locatie zijn de geiten al bijna buiten het bereik van mijn lens. Slechts een moeder en haar kalf zijn nog enigszins zichtbaar.
Als ik weer terugloop naar de camper zie ik waar ze zijn gebleven. Ze hebben hun kamp opgeslagen in de berm van de weg waar inmiddels een flink aantal auto’s is gestopt en de bijbehorende passagiers de geiten gretig fotograferen. Natuurlijk doe ik mee en kan ze nu zelfs meer als beeldvullend vastleggen.
Onderweg naar de camping stoppen we nog even bij de Sunwapta falls. Eigenlijk is het al veel te laat en zijn we veel te moe om hier nog aan een wandeling te beginnen. Na een korte blik op de waterval gaan we dan ook verder naar de ‘Jonas Creek camping’. Deze camping ligt verder weg dan we eigenlijk van plan waren te rijden, maar de ‘Honeymoon campground’ die dichter bij was gaat 21 juni pas open.
Donderdag 13 juni
We beginnen waar we gisteren eindigde, de Sunwapta falls. Onderweg hierheen stoppen we bij de ‘Bubble Spring’. Een klein (erg klein) helder meertje van waaruit kleine gasbelletjes zich een weg naar de oppervlakte banen en daarbij kleine stofwolkjes op de bodem creeren.
De ‘hoofdwaterval’ bij de Sunwapta falls slaan we over. Een teveel aan hekjes maakt deze waterval hoewel mooi om te zien fotografisch geheel oninterresant. (voor mij). Wij gaan door naar de ‘Lower falls’. Ook hier weer de bekende hekken. Ik ben de hekken ondertussen goed beu en klim er overheen om toch de foto’s te maken die ik wil maken. Hekken in de natuur, het moet niet gekker worden. We lopen nog een stuk verder en vinden zowaar het mooiste deel van de waterval. De afdeling hekken heeft hier een steekje laten vallen zodat we kunnen gaan en staan waar we willen.
In de Lonely Planet gids staat een stuk van de oude Highway, de 93 beschreven. Ik vind het deel waar wordt geschreven over de oude brug het meest interessant. Al snel vinden we het pad naar de oude weg. De weg die sinds 1960 niet meer wordt gebruikt is op een smalle strook na weer geheel door de natuur in bezit genomen. Het beton is overal in kleine brokken uiteen gebarsten en bomen en planten schieten overal uit de grond. Wonderlijk hoe snel menselijke aanwezigheid wordt uitgewist.
De oude brug is een tegenvaller. Slechts een betonnen plaat van ongeveer 2 meter breed en 8 meter lang ligt onder in een stroompje langzaam weg te kwijnen. Geen peilers, geen stutten helemaal niets wat op een brug lijkt.
Een ander deel van deze in de Lonely Planet beschreven wandeling spreekt over een aantal watervallen in de ‘beauty creek’die tot 1960 druk bezocht werden. Na het aanleggen van de nieuwe weg werd de loopafstand naar deze watervallen ongeveer een kilometer langer en daardoor voor de reizigers een stuk minder interresant.
Weg van alle toeristische drukte lopen wij over het pad naar boven. De eerste waterval is een van de vele Wow momenten die we die dag zullen meemaken. Over een lengte van 3 kilometer vinden we totaal 8 watervallen met prachtig helder blauw water omringt door een van de mooiste bossen die we tot nu toe in Canada hebben gezien. De gele, gouden en bijna rode rotsen in en om het water steken mooi af tegen het groen van de naaldbomen aan de oevers.
Dat de watervallen in de vergetelheid zijn geraakt heeft als grote voordeel dat er niet 1 hek te zien is. Hier mag je gewoon naar beneden vallen als je daar behoefte aan hebt. We genieten dan ook met volle teugen van dit ‘sprookjesbos’ rondom de Stanley Falls doorsneden door de ‘beauty creek’.
We rijden verder tot we een mooi uitzicht hebben op de Athabasca Gletsjer. De Wilcox camping wordt ons nieuwe thuis voor de nacht…