Dinsdag 31 januari
Als we ’s-Morgens wakker worden is het buiten licht, koud en……….. bewolkt. Vandaag bestaat de hemel uit een grijze deken van waaruit af en toe een vlokje sneeuw valt. De sneeuw is hier heel anders dan bij ons in Nederland. De vlokjes zijn erg klein, en duidelijk is de kristalvorm herkenbaar.
Vandaag willen we wandelen naar de met ijs bedekte hutten waar we tijdens de sneeuwscootersafari onze eerste pauze hadden. Dankzij het GPS dat ik had aangezet tijdens de safari kunnen we duidelijk zien welke route we moeten gaan om bij de hutten te komen. Er staat vandaag een ijskoude wind. Tijdens de wandeling moeten we vaak door een dikke pak sneeuw ploegen om net die ene foto vanaf het standpunt dat ik wil hebben te kunnen nemen. Regelmatig sta ik tot mijn middel of verder in de sneeuw. Na een paar kilometer begint de lucht steeds meer te betrekken en de wind aan te wakkeren. Het wordt gewoon te koud om de wandeling nog door te zetten. We draaien om. Rond 16:00 zijn we weer terug in ons warme huisje. En wat doe je dan……….. Eten, Sauna, lezen en maar weer slapen.
Woensdag 1 februari
De dag begint zoals hij gisteren is geëindigd. Een grijze deken hangt over Finland. De thermometer geeft -21 aan. We hebben ons opgegeven voor een sneeuwschoenen tocht door de prachtige Finse natuur. De groep bestaat uit 12 toeristen, en twee gidsen. De ene baant het pad, de andere zorgt ervoor dat er niemand achterblijft. In de kleedruimtes krijgen we geschikte thermosschoenen, de sneeuwschoenen, en een paar stokken. Na wat gestoei om te kijken welke maat het fijnste zit, staan we na 10 minuten buiten. Al tijdens de uitleg hoe met de schoenen om te gaan moeten we de eerste wandelaar al oprapen. Zonder hulp lijkt het niet eenvoudig om weer recht op de voeten te komen, maar een paar extra handen zorgen ervoor dat de onfortuinlijke valler toch mee kan met de groep. Gelukkig krijgt deze wandelaar gedurende de tocht nog voldoende gelegenheid om te proberen zonder hulp weer op te staan. Als enige in de groep presteert hij het keer op keer om weer op zijn gezicht te gaan.
Ik ben weer eens de enige die fotoapparatuur mee zeult, en voel me een beetje bezwaard de camera tevoorschijn te halen, omdat ik bang ben de groep op te houden. Het pad stijgt ligt, en langzaam aan krijgen we meer uitzicht op de overal witte omgeving. De bomen zijn ingepakt met een mooi pak sneeuw, waardoor bij veel bomen de toppen onder het gewicht van deze witte deken naar beneden afbuigen. Als we even pauzeren bij een bevroren waterval neem ik snel de camera uit de tas, en neem wat extra tijd om de ijspegel formaties vast te leggen. Als de groep zich weer in beweging zet houd ik dit keer de camera om mijn nek om sneller te kunnen reageren als de gelegenheid zich voor doet. Vanaf de waterval loopt het pad stijl naar beneden. Het advies om een eigen pad te banen wordt door de meeste wandelaars gretig aanvaard. Niet alleen is het leuk om door de ongeschonden sneeuw te lopen, maar omdat je bij iedere stap ongeveer een halve meter in de sneeuw wegzakt heb je een beter houvast. Bij degene die besluiten het spoor van de gids te volgen zijn de valpartijen aanzienelijk groter dan bij diegene die hun eigen weg gaan.
Na een stukje te hebben gewandeld, verlaten we de beschutting van het bos, en wandelen we langs een groot bevroren meer. Op de grote open vlakte heeft de wind vrij spel, zodat al snel de mutsen en capuchons weer over de oren getrokken worden.
Een stukje verderop langs het meer staan enkele houten tipi’s. Binnen is het net zo koud als buiten, maar in ieder geval is de wind weg. We verzamelen wat hout, en maken in het midden van de hut een behaaglijk kampvuur. In grote zwartgeblakerde kannen wordt water gekookt, terwijl rendierburgers in een rek worden geklemd, en saucijsjes aan spiessen geregen worden. Even later zitten we met in de ene hand een kop lekkere koffie, terwijl we in de andere hand de spies met saucijsje een stukje boven het vuur houden. Na de wandeling in de koude, laten we het ons allemaal goed smaken.
Rondom het kampvuur is het behaaglijk warm, maar als ik kijk naar mijn muts en das die ik zolang achter me heb neergelegd, zie ik dat deze nog stijf bevroren overeind staan. Voordat we vertrekken is het dus zaak om zowel dassen als mutsen te ontdooien, en enigszins droog te krijgen.
Terwijl het vuur nog lekker na smeult trekken wij de koude weer in. Dit keer weer niet in de beschutting van het bos, maar over het bevroren meer waar ontsnappen aan de koude wind onmogelijk is. Halverwege het meer wordt een grote handboor tevoorschijn gehaald, en mogen we met handkracht een gat met een doorsnede van zo’n 10 centimeter maken. Met halve meter lange hengels mogen we nu proberen een visje door het 60 centimeter dikke ijs te trekken. De vissen hebben wel wat anders aan hun hoofd, en laten ons mooi in de kou staan. Een half uur van ingespannen vissen en boren levert niets op. Voor vanavond zullen we ons eten dus gewoon moeten kopen bij de plaatselijke super.
We zijn inmiddels weer vlak bij het startpunt, en terwijl iedereen zijn sneeuwschoenen uitdoet, en het voor gezien houd check ik mijn GPS voor effectieve wandeltijd….. 36 minuten! Voor ons reden genoeg om de ronde nog een keer te lopen om zo te kunnen stoppen bij de fotografisch interresante locaties. Terwijl de rest van de groep zich te goed doet aan warme chocoladedrank of koffie, trekken wij er weer op uit. Het oude spoor is goed hard aangestampt, en loopt dan ook erg gemakkelijk. Alleen bij afdalingen is het makkelijker om zelf een nieuw spoor te maken. Het oude spoor is te glad, en bied dan weinig houvast. Langzaam zakt de toch al laagstaande zon weg achter de horizon, daarbij een rood oranje spoor achterlatend in de wolkenlucht. Als we uiteindelijk iets na zonsondergan weer terug zijn bij het startpunt, is zelfs het overige water in onze bidons bevroren.