Menu Close

7 september
We hebben als een blok geslapen. Gisterenavond hebben we het rustig aan gedaan en gewoon een boek gelezen, althans een deel van een boek. In een avond lees ik zo’n pil niet uit. Ik lees: “Het laatste ritueel van Yrsa Sigurdardottir en heb moeite het boek weg te leggen.
Als ik nog in bed lig hoor ik een zachte tik. Meestal als ik dat hoor is het onze koelkast die om een of andere reden stopt te werken. De koelkast werkt op gas, en dan kan het voorkomen dat als de wind verkeerd staat dat de vlam uit gaat. Nu is het windstil, en dat kan volgens mij maar één ding betekenen. Het gas is op. Het is onze laatste fles, en ik had eigenlijk gehoopt dat hij het nog twee dagen zou volhouden. Dat is een kleine tegenslag, want ik hoorde onlangs van een andere vakantieganger dat ze in Schotland met een ander systeem werken dat niet koppelt met het systeem van ons, vastelanders.

Gelukkig hebben we ook nog een klein éénpits fornuisje in een koffertje met bijbehorende gascapsule. In principe zou dat genoeg moeten zijn voor die laatste twee dagen. We hebben deze ochtend in ieder geval nog koffie.
Als we dicht bij Fort William zijn wordt het tijd om weer eens te tanken. Bij een benzinepomp zie ik ook wat gasflessen staan. Ik zie al snel dat de koppeling niet gelijk is aan die van ons. Ik informeer toch even binnen. Wellicht is er een verloopplug beschikbaar. Helaas kunnen ze me daar niet aan helpen.

Wel weten ze te vertellen dat Brown’s Caravanpark zoiets vaak wel heeft. Ze wijst ons de weg en we gaan vol goede moet op zoek naar het park. We rijden verschillende rondjes, maar hoe we ook zoeken geen Browns Caravanpark te vinden. We stoppen nog een keer bij een andere benzinepomp, en daar informeren we nog een keer. Daar blijkt dat het Caravanpark niet Browns heet, maar dat Browns de man is die het beheert. Wat blijkt, daar zijn we al drie keer langs afgereden.

Niet veel later rijden we met een nieuwe gasvulling en een werkende koelkast verder naar onze bestemming, Glen Etive.

Onderweg stoppen we bij een punt uit een van onze reisgidsen. De plaats heet de verborgen vallei en bij goed weer had je ook nog kans om een authentieke Schot te zien die speelt op zijn doedelzak. Te zien aan de hoeveelheid auto’s, bussen, campers en mensen staat deze toch wel slecht verborgen vallei bij meer mensen in hun reisgids.

Wij rijden een stukje verder, al zal dat niet veel meer zijn dat een goede kilometer en vinden hier een plekje waar we onze camper kunnen parkeren. Hier zijn een paar watervallen te zien die vanaf de weg goed te fotograferen zijn. Uit betrouwbare bron (Geocaching) weten we dat een stukje stroomopwaarts de watervallen nog mooier moeten zijn, en dat is dan ook waar wij naar toe wandelen.

Het wandelen is bijna zoals we gewend zijn geraakt in de afgelopen drie weken. Glibberig, nat, ongelijk en modderig. We slaan er ons dapper doorheen en vinden mooie watervallen en stroompjes. Genoeg om onszelf weer een tijdje te vermaken. Op de terugweg zet ik een stap verkeerd en glijd weg. Terwijl mijn ene been nog hoog op de rots staat, staat mijn andere been al een meter lager. Het voelt alsof ik in een split sta, en dat kan ik allang niet meer, of wat meer accuraat is, dat heb ik nog nooit gekund. Een pijnscheut schiet dus door mijn been dat vervolgens eerst een tijdje wat nutteloos en onhandig aan mijn lijf hangt. Na de eerste schrik komt ook het gevoel weer enigszins in mijn been terug. Ik zit eigenlijk niet te wachten op al het gevoel wat er in terugkeert, want een deel daarvan is behoorlijk pijnlijk. Meer strompelend dan wandelend keren we terug naar de camper, terwijl de pijn langzaam wegebt en plaats maakt voor stijfheid. De totale schade valt dus eigenlijk wel mee.

We rijden weer verder en nemen de afslag naar Glenn Etive. Een gebied waar we ongeveer tien jaar geleden per ongeluk in verzeild raakte en dat we beide erg mooi vonden. We vinden hier een mooi plekje voor de nacht.

Nog voor de nacht valt waag ik mij nog aan het schieten van wat foto’s bij het riviertje dat onder door het dal loopt. Het is een mooi stroompje met daarin wat strepen schuim veroorzaakt door de watervalletjes en stroomversnellingen. Ik moet alleen uitkijken met Wow te zeggen, want voordat ik dan mijn mond weer dicht heb zit deze vol met midges. Er zitten hier werkelijk miljoenen van die krengen. Het zijn enorme kleine mugjes, maar ze steken even hard als ze klein zijn en veroorzaken bulten die wellicht een factor honderd groter zijn dat de beestjes zelf. Die bulten zouden niet eens zo erg zijn als ze niet zo ongelooflijk zouden jeuken.

Ik ben dan ook erg blij met mijn pas verworven muskietennetje en van achter het gaas lach ik die kleine ettertjes hard uit. Ook in de camper hebben een flink aantal van die beestjes zich verzamelt. Hier is het hun beurt om te lachen. Ze laten zich maar moeilijk te grazen nemen. Tja, wie het laatst lacht….