Menu Close

24 augustus

Vanaf onze overnachtingsplek is het maar een steenworp naar Eilean Donan Castle, nou ja misschien twee worpen. Maar na die twee worpen staan we al voor acht uur bij het kasteel. Het wachten is op de zon die nog een lange weg heeft af te leggen alvorens hij over de berg heen kan kijken die tussen hem en het kasteel in staat.

Het duurt even, maar dan is het net of er iemand een schakelaar omzet en het kasteel in het zonlicht zet. Ik maak af wat ik gisteren niet af maken kon. Zonder de grote mensenmassa die hier gisterenavond was is het een stuk rustiger en fijner fotograferen. Op de parkeerplaats raken we in gesprek met twee Nederlanders die net twee weken op Skye hebben doorgebracht. Van hen krijgen we nog wat tips van dingen die we echt moeten gaan zien.

Wat we echt moeten gaan kopen zijn midget netjes en een middeltje om die krengen enigszins op afstand te houden. Gelukkig blijkt in een van de kleinere dorpjes op Skye een klein outdoor winkeltje aanwezig te zijn. Het assortiment is net zo groot als het winkeltje, maar midget netjes hebben ze liggen. Het smeermiddeltje halen we in de lokale supermarkt.

Nadat de camper is volgeladen met alles wat we de komende dagen nodig denken te hebben zetten we koers naar Glen Brittle. Hier bevinden zich de Fairy Pools. Het is een lange rit over een erg smal weggetje waar net ruimte genoeg is voor 1 rijstrook. In het geval er een tegenligger zich aandient moeten of wij of zij wachten in een inham langs de weg. Op de heenweg hebben we geluk, want dan is het voornamelijk “zij”.

Na een mede hierdoor te lange rit rijden we een steile weg naar beneden. Tussen de bordjes “hier verboden te parkeren” staan enkele tientallen auto’s geparkeerd, en dat over een lengte van misschien wel een kilometer. Door de “breedte” van de weg hebben wij geen andere keus dan door te rijden naar de parkeerplaats hoewel we weten dat het daar enkel parkeer- maar geen -plaats is. We draaien de auto en tuffen in de eerste versnelling de steile weg weer naar boven. Gelukkig worden we onderweg flink aangemoedigd zodat het voelt alsof we met onze camper de alp Dhuez aan het beklimmen zijn. Waar de weg wat vlakker wordt is nog een bijna niet gebruikt stukje parkeerruimte waar we onze camper wel kwijt kunnen. Oké, het is dan wel ruim 500 meter extra wandelen, maar daar gaan we ons maar niet druk om maken.

Gezien de hoeveelheid auto’s is het niet verwonderlijk dat de wandelroute ook meer op een drukke winkelstraat dan een wandelroute lijkt. Overal wandelen gezinnetjes met of zonder hond, stelletjes, groepjes en eenlingen. Wij lopen daar tussenin. Het zou als ik dit had geweten niet mijn eerste keus voor een wandeling zijn geweest.
Nog voordat we ons einddoel bereiken, wat bestaat uit een van de mooiste watervalletjes in de reeks staat er een bord dat het gebied met de fairy pools hier ophoudt. Hoewel ik niet snap wat dat bord daar doet omdat het mooiste nog moet komen ben ik er wel blij mee, want achter dat bord zijn de wandelaars op één hand te tellen.

Een paar honderd meter voorbij het bord vind ik de poel met waterval waarna ik zocht. Althans, hij lijkt er toch op. De waterval die op een foto die ik zag, ongeveer twee tot twee meter vijftig hoog leek blijkt in het echt net iets meer dan een meter in hoogte te tellen. Dat valt dus wat tegen. Ik maak maar een paar foto’s, maar loop even later een beetje teleurgesteld verder over de route.

Die route voert ons door een landschap waar geen einde aan lijkt te komen en die bestaat uit heel veel van hetzelfde. Niet echt motiverend voor een wandeling. Gelukkig denkt Ans er ook zo over, en we besluiten om te draaien.

Herkenbaar of niet?
Kennen jullie dat ook? Je bent fotograaf, professioneel, amateur of beginner. Het maakt niet zo veel uit. Je komt bij een plaats aan en je ogen scannen de omgeving af naar de mooie plekjes om een prachtige niet alledaagse foto te maken. We genieten in stilte terwijl onze gedachten druk bezig zijn met de compositie, welke lens we gaan gebruiken en of we eventueel een filter willen toepassen. Ga ik een bepaalde techniek gebruiken, heb ik een statief nodig? Allemaal vragen die als fotograaf door je hoofd heen vliegen. Maar nog voor je de camera uit de tas kunt halen begint je partner al mee te praten en te vertellen wat je zo dadelijk allemaal moet fotograferen. Er wordt dan gesproken in wazige termen, zoals die bloemen moeten op de foto, en kijk eens naar dat hek, en o wat een mooie golven.
Je hoort het stilzwijgend aan, of je knikt bevestigend en begint te fotograferen.

De ellende begint eigenlijk pas thuis, want zodra je aan vrienden en kennissen trots de foto’s laat zien die je in je vakantie, of je weekendje weg of wanneer dan ook hebt gemaakt en gebundeld hebt in een boek of een presentatie zal je partner het niet nalaten om bij iedere mooie foto te zeggen, “ja, dat was mijn idee”. “Mijn partner is technisch een hele goede fotograaf, maar ik zeg hem meestal wat hij moet fotograferen. Ik heb niet zo’n verstand van die apparaten”.

Ik moest daar aan denken toen we aan de praat raakten bij de Fairy pools met een jong stel. Ik praatte met de jongeman die druk bezig was om gewapend met zijn statief en een hele stapel filters de waterval zo mooi mogelijk vast te leggen. Uiteraard hadden we het over sommige technieken die je kunt gebruiken om je foto meer kracht te geven, of over de nabewerking op de pc. We hadden het ook over de mogelijkheden en het zoeken naar andere vernieuwende invalshoeken om een en ander niet alledaags in beeld te kunnen brengen.

Ans sprak inmiddels met zijn vriendin, en wat vertelde ze aan Ans? “Ja, mijn vriend is een goede fotograaf, maar ik vertel hem meestal wat hij moet fotograferen. Ik snap niet zo veel van die apparaten”.

Toen ik dat hoorde schoot ik in de lach en dacht aan de vele keren dat ik dit al hoorde. Vroeger ook van Ans, maar ook steeds vaker als ik met collega fotografen op stap ben en kennis mag maken met zijn of haar partner. Ze vertellen allemaal hetzelfde verhaal.

Dus nog een keer voor al die partners van fotografen. Ja, wij hebben dat hek, die bloemen, die wolken en die golven ook al gezien. Je mag het me gerust vertellen omdat je ook zo enthousiast bent net als ik over wat je ziet, maar als je de camera niet bedient, heb je de foto niet gemaakt, en al zeker de compositie waarin alles keurig is gerangschikt niet bedacht. Dat deed de fotograaf!

Maar goed dat gezegd hebbende; aangekomen bij die poel wat een poeltje bleek, geef ik het plasje water een nieuwe kans. Het mooiste standpunt is ongeveer in het midden en op een afstand van om en nabij de drie meter van het neerstortende water. De oever zit op ongeveer acht meter, dus het is makkelijk uit te rekenen dat ik dan ergens in het water zal moeten gaan staan voor het beste standpunt.

Ik wil eigenlijk mijn schoenen uitdoen, en de pijpen van mijn broek afritsen maar kom al snel tot de conclusie dat het vele malen makkelijker is gewoon mijn broek uit te doen. Even later sta ik dan tot iets onder mijn knieën in mijn onderbroek in het water. Laat ik het maar “het koude” water noemen.

Het is niet storend koud, en op deze manier kan ik voor mijn gevoel net iets creatiever omgaan met de mogelijkheid van deze waterval. Als fotograaf heb je zo nu en dan ernstig de behoefte om een ander objectief te gebruiken. Ik ook. Je camera laat je natuurlijk niet in het stromende water achter, die gaat mee naar de kant. Ik kies dit keer voor mijn Samyang 12 mm objectief, voor de kenners onder ons, een enorme groothoek. Met in mijn ene hand de camera op het statief, en in de andere de draadontspanner, -want anders hangt deze onder water- loop ik voorzichtig naar de plek waarvandaan ik denk dat ik de foto kan maken.

En dan sta je daar. Nog steeds beide handen vol, maar nu moet er nog een lensdop van het objectief worden verwijderd. Mensen die Samyang en of groothoek objectieven kennen weten dat zo’n lensdop ongeveer de grote heeft van de drinkbak van een –weliswaar- kleine hond. Met mijn beide handen al vol, blijft er maar een plek over voor die lensdop, sommige zullen zeggen twee, maar ik sta even later te fotograferen met een hondendrinkbak ik mijn mond.

Het maakt allemaal niet zoveel uit, ik heb de plaatjes die ik hebben wil, en fotografen hebben toch al de reputatie een beetje vreemd te zijn. Ik denk dan ook niet dat er voorbijgangers zijn geweest die raar opkeken van een fotograaf die kromgebogen over zijn statief in zijn onderbroek aan de voet van een waterval tot iets meer dan kniediep in het water stond, met in zijn mond een drinkbak.

Met een tevreden gevoel wandelen we terug naar de camper waarbij we ook dit keer die extra 500 meter moeten wandelen, maar deze keer tegen de steile berg omhoog.
We blijven die nacht staan op dit afgelegen plekje en genieten van het intense duister en de immense stilte.